Nieuws


15-11-2010

Drive tot winnen bepaalt succes

Na het winnen van de titel in Atlanta 1996 in de tweezonder, zijn vierde goud in evenzovele Olympische Spelen riep Steve Redgrave: “Wie mij hierna nog in een roeiboot ziet, mag het geweer op mij richten en schieten.” Vier jaar later won hij in Sydney met de Britse vier zijn vijfde olympisch goud, werd hij uitgeroepen tot 's Werelds Roeier van de Eeuw' en door Koningin Elizabeth in de adelstand verheven. De meest gelauwerde roeier ter wereld riep toen: “Ik heb het nu helemaal gehad met de roeiregatta's. Bekijk het maar. Het is mooi geweest.”


Steve Redgrave was nog niet thuis of hij vond in zijn brievenbus de uitnodiging om in Luzern bij de WK 2001 de Thomas Keller Award in ontvangst te nemen. Toen hield hij zijn poot stijf. Voor even. ,,Ik ging niet naar Luzern”, vertelt de nu 48-jarige Brit bij de WK in Karapiro, Nieuw-Zeeland. ,,Dat WK is het enige sinds 1981 dat ik heb gemist aan O.S' en WK's.”

Sindsdien zou hij omnipresent zijn bij de grote kampioenschappen van de roeisport. “De BBC vroeg of ik wilde meewerken aan uitzendingen. Twee à drie dagen werken bij enkele wedstrijden. Wat meer dagen in olympische jaren. Weet dat de BBC mij niet zo veel betaalt dat ik er van kan leven.”


Waar leeft de wereldberoemde ex-amateursporter dan wel van?
“Ik ben voorzitter van de Britse roeibond. In die functie kan ik een oogje houden op de internationale ontwikkelingen. Geld verdienen doe ik als speaker in motivatie-trainingen. Daarnaast heb ik een paar zaken in kleding en heb ik mijn naam verbonden aan een sportdrank Die dorstlesser doet het zakelijk overigens niet zo goed als de katoenen kleding onder de naam FiveG. Ik doe dus van alles. Geen baan van 9 tot 5, daar ben ik totaal niet voor geschikt.”


Steve Redgrave heeft niet meer het postuur van een topatleet. Aanzienlijk zwaarder geworden dan zijn 100 kg uit de topsporttijd. Doet hij nog wel aan sport?

“Sinds mijn afscheid van het roeien in 2000 heb ik drie keer de marathon van Londen volbracht om geld in te zamelen voor goede doelen. Dit jaar heb ik deelgenomen aan een cyclorace 'Cross America'. Een wedstrijd van 3000 mijl dwars door de VS van kust naar kust die 24 uur doorgaat, maar waarbij de rijders wisselen. Ik maakte deel uit van een team van acht. Op 200 mijl voor het einde kreeg ik in een bocht een lekke band. Ik reed niet eens hard, hooguit 10 mijl (16 km) per uur. Maar ik brak wel een pols, het jukbeen in mijn gezicht en een stel ribben, in mijn neus acht hechtingen. Ik loop nu rond met titaniumplaten in mijn lijf.”


Vijf Olympische Spelen, vijf keer goud voor Redgrave. Welke was de mooiste?

“Een vraag die je eigenlijk niet kunt stellen. Ik heb drie kinderen. Dan vraag je ook niet welke jouw lievelingetje is. Elke waarheid verschilt. Elke Olympische Spelen hebben hun eigen persoonlijkheid. Wij waren de besten tussen twee O.S. Van olympisch goud naar olympisch goud bleven wij in de tussentijd ongeslagen. Dan ben je echt de beste van de wereld. Je kunt ook zeggen: in Los Angeles 1984 begon het. Daar ging je naar toe met de olympische droom en die werd daar werkelijkheid. Mensen denken vaak aan dat moment, maar het gaat natuurlijk om de vier jaar voor de wedstrijd die je wint, wanneer je hoogte- en dieptepunten meemaakt.”


Groot-Brittannie domineert momenteel het roeien. Is dat goed of slecht voor de sport?

“Goed. Op zeker. Toen ik opkwam stonden alleen ik, met Matthew Pinsent, en de Searle Brothers aan de internationale top. Nu, hier in Karapiro, doet GBR mee in alle 14 finales van de olympische disciplines met elf keer medaillekansen. De instelling is veranderd van: deel van het team willen zijn naar de absolute drive tot winnen! Het doet Oost-Duits aan. Het is zelfs een beetje angstaanjagend. Voor het succes is veel expertise binnen gehaald. Veel coaches zijn er nu al lang. Jaar na jaar zijn de Britten over de hele breedte sterker geworden, vooral door het systeem de geschikte atleten te vinden. Toen ik topsporter was liepen veel mensen door de straat die ook die potentie hadden, zij hadden geen benul van hun mogelijkheden. Nu worden die mensen gevonden.”


De opgang van het Britse roeien heeft toch veel te maken met Londen 2012?
“Het organiseren van de O.S. reikt verder dan vier jaar. Vóór de O.S. van Beijing zich voltrokken werd er al veel gesproken over Londen. De sleutel van ons presteren is: wat doen we na 2012? Het succes van Londen ligt niet in 2012 maar in 2020.


Heeft de Sir Steve Redgrave iets met Nederland?

“Zeker wel. Ik heb aan Delft Head meegedaan. Ook heb ik een keer op de Bosbaan geroeid. Als skiffeur heb ik tijdens een internationale wedstrijd mijn persoonlijk beste tijd neergezet, namelijk de enige keer dat ik onder de 7 minuten ben uitgekomen. Het was in de pefriode dat Nico Rienks en Ronald Florijn de besten waren in Nederland.”


Wat vindt hij van het Nederlandse roeien?
“In Nederland wordt het roeien niet massaal beoefend. Maar de mensen die het wel doen zijn zeer bevlogen, gepassioneerd. Zij boeken ook successen, vooral in de olympische jaren winnen zij medailles. In Nederland is roeien een studentensport. Dat is anders dan in Engeland. Daar is het een studentensport maar ook een sport van het volk. Nationaal is roeien een zaak van grote getallen. Dat is uitstekend maar is niet bepalend door succes. Internationaal draait het om prestaties.

In GBR is ingezet op succesvolle olympische nummers. NL is dat ook van plan. Goed?
Redgrave: “Als je de beste sport beter maakt maak je de zwakke sport zwakker. Dat is een nadeel. De gedachte er achter is dus niet ideaal. Veel sporten drijven in landen op cultuur en historie. Schaatsen in Nederland! Mijn land heeft veel sporten uitgevonden en ontwikkeld. Daar zijn we ook goed in. Maar wij zouden ook sporten kunnen doen waar wij niet de bron van zijn. We zijn momenteel zeer sterk in wielrennen op de piste. In Manchester staat een fantastische wielerbaan. Maar waarom zouden we daarnaast niet een ijshal kunnen bouwen om schaatsers op te leiden? De mensen die bij wielrennen afvallen, kunnen dan ook zo overstappen naar het ijs. Met goede faciliteit, instelling en mentaliteit zouden ook Britse schaatsers aan de top mee kunnen doen.”

Voor ROEIEN, Bondsblad KNRB


Klik hier voor het nieuwsarchief