Nieuws


28-05-2008

Gewoon even die 13,72 lopen

ALMERE - Zijn beste jaar in de topatletiek eindigde met een pijnlijke klap. Botbreuk in de voet als gevolg van een slechte landing achter de horde. De blessure kostte de Europese kampioen het complete indoorseizoen en betekende gelijk een vertraagde aanvang van het olympische jaar van Peking. Gregory Sedoc, 26-jarige hordeloper, haalde positief rendement uit de gedwongen onderbreking. ,,Ik ben fris in het hoofd en fysiek topfit. Ik kan alles aan, elke training is hoogwaardig. Ik weet dat ik heel goed ben. Nu moet ik gewoon even die 13,72 lopen.”

Die 13,72 is de limiet die NOC*NSF heeft gesteld voor het vormbehoud in het olympische seizoen. Misschien stelt Sedoc chef de mission Charles van Commenée al tevreden bij de FBK Games in Hengelo. De in Almere wonende Amsterdamse atleet zou het persoonlijk ook niet onwelgevallig zijn. In Hengelo namelijk voldeed hij namelijk vorig jaar aan de voorwaarde voor olympische uitzending met een persoonlijk record in 13,37 seconden, zijnde 11/100ste onder de limiet van 13,48. ,,De FBK Games is de mooiste wedstrijd”, zegt hij met complimenten aan Ellen van Langen. ,,Fantastisch wat zij doet voor de Nederlandse atleten.”

Of Gregory Sedoc in zijn favoriete wedstrijd het vormbehoud toont, vindt hij zelf maar de vraag. ,,Ik heb de weersverwachtingen gevolgd en zoals het er nu naar uitziet zal er volle bak tegenwind staan in Hengelo. Maar misschien is het tijdens ons nummer net eventjes windstil. Ik zie het wel. Atletiek is een buitensport. En ach, als ik die 13,72 niet in Hengelo loop, doe ik het in een andere wedstrijd; de Golden League in Berlijn, de German Meeting in Kassel of de Gouden Spike in Leiden. Twijfels dat ik die tijd niet haal, heb ik totaal niet. Ik ga naar Peking!”

Twee keer pas kwam Sedoc dit jaar in actie op de 110 meter horden. Tijdens een kleine wedstrijd in Sint Niklaas liep hij 13,99 en bij de Ter Specke Bokaal in Lisse 13,98. Ruim boven het olympische vormbehoud. Sedoc: ,,Dit zegt niets. Ik ben pas in februari gaan trainen na die vier maanden waarin ik volledig moest herstellen van die breuk in mijn voet. Vorig jaar was mijn beste tijd 13,96, tot ik in Hengelo 13,37 liep. Ik ben daarom niet nerveus, omdat ik mij uitstekend voel en optimaal train. Waar het nog aan ontbreekt is wedstrijdritme, aan starts. Voorgaande jaren nam ik altijd een stuk of vijftien starts uit het indoorseizoen mee naar buiten.”

Sedoc meent qua leeftijd en ervaring aan het begin van zijn beste jaren te staan. ,,Tot en met 2010 moet ik zien te pieken en mijn persoonlijke records aanscherpen. Ik ben met 1,78 meter een van de kleinste lopers, en de sterkste ben ik ook niet. Technisch ben ik zelfs een van de zwakste. Het wordt steeds minder slecht. We gaan de goede kant op, maar het kan nog veel beter en ik wil nog heel lang doorgaan en blijven verbeteren. Ik moet ook realistisch blijven. In medailles of titels moet ik niet denken. Eerst moet ik in finales zien te komen, daarna kan er van alles gebeuren. De mannen die in de 12 seconden lopen, die kunnen het over medailles en titels hebben. Ik kom anders graag tegen de beste atleten in actie. Je traint niet bloed, zweet en tranen voor instuifjes, dan kun je beter stoppen. Je moet op je flikker om mentaal sterker te worden.”

De hordespecialist is een pure liefhebber van de atletiek. ,,Natuurlijk, de moeder aller sporten”, stelt hij, ,,atletiek vereist veel discipline. Het eenzame bestaan maakt je snel volwassen. Voor geld doe ik het niet. Ik zou nooit aan sport doen voor het geld. In de atletiek is voor mij trouwens geen droog brood te verdienen. Pas als wereldkampioen is het winstgevend.”

Gregory Sedoc kwam door zijn ouders, atleten van hoog niveau, vanzelf in de atletiek terecht. Als jochie van vier deed hij al mee met oudere kinderen. Wanneer hij niet mocht meedoen, zette hij het op een huilen. Thuis keek de familie eindeloze uren naar talloze videobanden van topatleten, vooral Carl Lewis om te kunnen leren hoe hij hardliep en ver sprong. De jonge Gregory groeide er vanzelf in. ,,Een grote wedstrijd is het mooiste dat er bestaat. Zo’n vol stadion, bij een EK, WK of Olympische Spelen. Als ik dan de baan zie liggen, krijg ik kippenvel. Die stilte voor de start, de race en door de finish gaan als je in vorm bent. Fantastisch. Ik krijg al kippenvel nu ik erover praat.”

Geschreven voor AD Sportwereld


Klik hier voor het nieuwsarchief