Nieuws


14-06-2016

De ware grondlegger van de Tour

In de krant l'Auto van 1 juli 1903, de dag van eerste Tourstart, schreef Henri Desgrange: 'Van Parijs naar de blauwe golven van de Middellandse Zee, van Marseille naar Bordeaux, door de rust van het platteland in de Vendee en langs de stille traag stromende Loire, daar zullen onze mannen snellen en uitmunten, zullen zij vermoeid raken en overmand worden door slaap die zij moeten afschudden om nieuwe krachten op te doen, om hun ambities te doen opbloeien, om iets te worden.'

In de honderden zinnen voorbeschouwing niet een woord over Theodore Joyeux. De houder van een fabuleus wereldrecord wielrennen kwam namelijk niet aan de start en was dus niet een van de potentiële matadors in de nakende race door het Franse land.

Henri Desgrange mocht dan de stichter van de Tour de France zijn; zonder de haarkapper Jean-Theodore Joyeux was 'La Grande Boucle' in die tijd wellicht nooit ontstaan. Acht jaar stond de topprestatie van de fietsende coiffeur uit het zuidwesten in de boeken en wist de vooraanstaande directeur-chef redacteur van de sportkrant l'Auto er al van. Nota bene zijn naaste medewerker Geo Lefevre op de redactie van de sportkrant moest de aanzet tot de creatie geven toen hij meedacht over verhoging van de omzet van hun krant. 'Wij zouden de wielerwedstrijd Tour de France moeten organiseren.'

In 1903 was het zo ver. Op 1 juli startte in Parijs' voorstad Montgeron de eerste Ronde van Frankrijk. In negentien dagen ging het over zes etappes naar Lyon, Marseille, Toulouse, Bordeaux, Nantes en retour naar de Franse hoofdstad, finish in het Parc des Princes. Samen 2397 kilometer. Honderddertien jaar later is de Tour de France de grootste jaarlijkse sportwedstrijd ter wereld.

In de eerste Tour legde Maurice Garin de zes lange etappes als snelste af en werd hij uitgebreid gevierd als de eerste winnaar. De 32-jarige Petit Ramoneur (Kleine Schoorsteenveger) triomfeerde met drie uur voorsprong op Lucien Pothier. Toen het grote evenement een berg praktische problemen had overwonnen en daarna de eerste wereldoorlog (La Grande Guerre) had overleefd, verklaarde Henri Desgrange: 'Het record van Theodore Joyeux heeft mij geïnspireerd in 1903 de Tour de France op te richten.' Hij deed deze verklaring in 1921 bij een Touretappe in Bayonne tegenover Leo Delberge, journalist van de krant Petite Gironde, vandaag de dag Le Sud-Ouest geheten. Een beeldhouwer beitelde deze loftuiting in een monument in Joyeux' geboorteplaats Tonneins dat werd opgericht in 2003, vijfenzestig jaar na zijn dood.

Jean-Theodore Joyeux is de ware grondlegger van de Tour de France. In 1895 reed hij individueel de Ronde van Frankrijk. In negentien dagen met negentien etappes zonder ook maar een rustdag pedaleerde hij het land rond en vestigde een record dat nimmer werd geëvenaard. Hij legde 5500 kilometer af, gemiddeld 289 kilometer per dag. Voor die prestatie werd hij uitgeroepen tot wereldrecordhouder lange afstand. Zijn honorarium van 2200 francs hield niet over, maar hij trad voorgoed uit de anonimiteit. Nooit heeft iemand Theodore Joyeux zo'n reeks tijdritten nagedaan. Ook veel later sterke en goed getrainde beroepsrenners niet toen de Franse rondrit over drie weken en een twintigtal etappes ging. Die dagelijkse etappes waren gemiddeld stukken korter. De tijdritten van Joyeux bestonden wel goeddeels uit ploegentijdritten, want hij maakte waar mogelijk gebruik van groepen gangmakers. Hij was eind negentiende eeuw evenwel een fenomenale wielrijder over lange afstand. Hij legde zich in de tweede helft van zijn carrière toe op record-pogingen in monsterritten, nadat hij gedurende enige jaren in allerlei wedstrijden prijzen had gewonnen.

Hij werd op 10 november in 1865 geboren in Tonneins, een kleine stad aan de rivier Garonne in het zuidwesten van Frankrijk, dat leefde van landbouw en tabaksindustrie (Capital de la Gauloise). Zijn eerste naam luidde Jean, maar hij werd Theodore genoemd omdat zijn 17 jaar oudere broer van een andere moeder al Jean heette.
Theodores ouders Jean Joyeux en Isabeau Vignes runden een herberg in Tonneins. Op 13-jarige leeftijd begon hun zoon aan een opleiding tot kapper. In die tijd verschenen in Tonneins af en toe de eerste rijwielen, grote fietsen en velocipedes. Deze stalen rossen met rubber om de wielen fascineerden de adolescent enorm. Deze fascinatie zou de rest van zijn leven veranderen. Na het vervullen van de militaire dienstplicht opende Joyeux in Tonneins een eigen kapsalon. Van zijn eerste verdiensten kocht hij een rijwiel waarmee hij deelnam aan wedstrijden bij feesten in zijn stad en dorpen in de departementen Lot-et-Garonne en Les Landes. Waar hij koerste, won hij prijzen, waaronder het regionaal kampioenschap. In korte tijd groeide hij uit tot een gereputeerd coureur en een beroemdheid in de streek. Hij vestigde zich in het naburige Castillonnes, waar hij eveneens een kapsalon runde.

In de krant Petit Journal las hij in 1891, toen hij de 25 al was gepasseerd, artikelen over wedstrijden met Franse en buitenlandse hardrijders die zich vanuit Parijs afspeelden. Gesterkt door regionale successen besloot Joyeux ginds zijn geluk te gaan beproeven. Hij sjorde bagage op zijn rug vast en fietste in drie dagen naar de hoofdstad van Frankrijk, een slordige 700 kilometer over niet geasfalteerde wegen en paden, op een rijwiel zonder remmen en versnellingen. Daarentegen ondervond hij geen hinder van gemotoriseerd verkeer. Dat moest zo ongeveer nog worden uitgevonden.
Een paar weken na aankomst stond hij tussen 209 renners als amateur aan de start van de eerste Parijs-Brest-Parijs over 1196 kilometer. Hij finishte als negende, na acht professionals en voor 34 andere deelnemers, de overigen gaven onderweg op. Winnaar was Charles Terront in tachtig uur 71 uur en 37 minuten.
In 1892 was de derde plaats in Parijs-Nantes-Caen-Rouen-Parijs zijn beste uitslag.
In 1893 zegevierde hij in Choisi-le-Roi "Tours“ Choisi-le-Roi met een uur voorsprong op alle anderen, professionals incluis. Daarnaast vestigde hij records over zes uur (161,1 km) en over 150 km in 5 uur, 33 minuten en 30 seconden.
In 1894 eindigde Theodore Joyeux als derde in Lyon-Parijs-Lyon achter zijn landgenoot Gaston Rivierre (winnaar in 53 uur, 17 minuten en 30 seconden) en de Deen Charles Meyer (58.21.47). De tijd van Joyeux: 58.47.21. De vierde en vijfde aankomenden deden er beiden meer dan zeventig uur over de 1040 kilometer.
Rivierre, Meyer en Joyeux werden uitbundig gehuldigd in Lyon. Het publiek reageerde met gejuich op hun verschijning op het balkon van Hotel du Progres. Hoeden vlogen in de lucht, de coureurs werden bedolven onder bloemen. Hotel du Progres schonk daarna een erewijn voor de winnaars, de juryleden, trainers, gangmakers en de controleurs. De champagne smaakte hen goed.
In Bordeaux-Parijs legde Joyeux in 1894 beslag op de tegenvallende achttiende plaats. Hij kwam tot het inzicht dat hij met de jaren in het zadel niet meer verbeterde en sneller werd. Tegen mannen als Rivierre, Lucien Lesna, Marius The, de broers Jean en Marius Allard alsmede Jean-Marie Corre kwam hij snelheid tekort. Joyeux ging zich daarom een paar jaar volledig toeleggen op recordpogingen. Hij verbeterde op 4 juli zijn eigen record over 150 kilometer met 26 minuten en zette in dezelfde rush op het traject Agen-Bordeaux-Toulouse records neer over 250 en 300 kilometer. Na 100 kilometer ontwikkelden zijn talenten zich het best. Ritten van 300 kilometer en meer boezemden hem totaal geen schrik in. Met 1,70 meter bij 67 kilo bezat Joyeux de ideale bouw voor duurprestaties over grote afstanden. Tijdens zijn negentiendaagse Tour over 5500 kilometer verloor hij nog geen drie kilo lichaamsgewicht.

Theodore Joyeux stond intussen onder contract bij de firma Metropole om de fietsen te promoten. Metropole ontwikkelde een alternatief voor de aandrijving, de zogenaamde Acatene, dat zoveel betekende als 'zonder ketting'. De pedalen draaiden op een pignon aan een buis naar de achteras. Een zwaar mechanisme, maar aanzienlijk betrouwbaarder dan de kettingen van destijds. Op deze revolutionaire techniek zou Gaston Rivierre met overmacht Bordeaux-Parijs op zijn naam schrijven. Het raderwerk van de Acatene was hard en zwaar, kende geen verschillende versnellingen. Later zou de ketting, in sterk verbeterde vorm, terugkeren op de snelle fietsen. (Het systeem Acatene wordt overigens nog steeds in toegepast in motoren en auto's).

Over superlange afstanden werd Joyeux schier onklopbaar. Het ene succes stapelde hij op het andere. Van verschillende constructeurs, de sponsors van die tijd, kreeg hij aanbiedingen voor de overstap naar het beroepsrennen. Zelfs uit Amerika en Engeland. Het 'grote geld' interesseerde hem niet zo, de coureur koos voor zijn vrijheid, zodat hij vol bravoure kon doen en laten wat hij wilde. Wedstrijden op de baan, waarvoor hij werd uitgenodigd, lagen hem helemaal niet. In 1898 werd hij wel derde in de 72 uur van Parijs. Hij bleek niet bepaald een sprinter te zijn en ook aan tactisch inzicht mankeerde het hem. Joyeux besefte al gauw wat zijn grootste kwaliteit was: lange een hoge snelheid rijden, ook al waren de weersomstandigheden soms 'dantesque', beestachtig.

Hij nam zich voor het afstandsrecord op de weg aan te vallen: St. Petersburg Parijs. Dit record was in handen van de door hem bewonderde Charles Terront, de grote vedette uit dit tijd. Joyeux vertrok naar Rusland en reed dezelfde route 48 uur sneller dan Terront.
Amper een paar dagen later doorkruiste hij Frankrijk diagonaal, van Calais naar Marseille. Dat was de aanzet naar zijn record voor de Tour de France, die acht jaar later een officiële wielerwedstrijd zou worden. Zonder ook maar een rustdag volbracht hij 5500 kilometer in negentien dagen en negentien etappes. Deze prestatie baarde buitengewoon veel opzien en leidde tot erkenning. Alle gemeenten die hij passeerde stempelden zijn kaart, de politie op het traject checkte de waarheidsgetrouwheid van de feiten.

Of het rijden van de Ronde van Frankrijk zijn idee was, is nooit duidelijk geworden. Feit is wel dat Jean Marie Corre, een door hem te rijden Tour aankondigde. Dit gebeurde in het blad Veloce Sport, eind april 1895. De Breton zou eerst Bordeaux - Parijs rijden op 11 mei en daarna 5114 kilometer door Frankrijk koersen. Precies op 11 mei begon Theodore Joyeux in Porte Maillot te Parijs aan zijn succesvolle rondgang over 5500 kilometer. Regen, hagel en sneeuw zorgden voor enige vertraging in het schema, maar konden hem niet tot opgave dwingen.
Corre reageerde furieus. Hij beschuldigde in Veloce Sport de recordhouder van fraude. Joyeux zou niet 5500 kilometer maar 4430 hebben gereden. Joyeux reageerde met een keurige brief. 'Als jij welk record voor de Tour de France vestigt, zal ik dat onmiddellijk verbeteren.' Daarmee was de zaak gesloten.

Joyeux kon altijd bogen op een groot atletisch vermogen. Tegen de eeuwwisseling begon hij de zware inspanningen meer en meer te voelen. In 1900 startte hij in de Zesdaagse van New York zonder te weten dat dit zijn laatste wedstrijd zou zijn. Die Zesdaagse was een mensonterende wedstrijd. Wie van de renners in zes dagen van totaal 144 uur de meeste mijlen had gereden was de winnaar. Om te rusten en te slapen moesten de deelnemers zelf weten, de wedstrijd ging 24 uur per dag door. Renners grepen toen ook naar middelen om wakker en overeind te blijven. De Amerikaanse autoriteiten verordonneerden dat de wedstrijden werden bekort tot 18 uur. De organisatoren lieten de de zesdaagse toch doorgaan. Alle deelnemers, onder wie verschillende Europeanen met de 25-jarige Joyeux, werden geschorst.

Terug in Frankrijk ging Joyeux in zaken. Succesvol. Hij opende garages en exploiteerde bioscopen in Saint-Gaudens, Biarritz en Mont-de-Marsan. Toen in 1903 de inaugurele Tour de France plaats had, was Theodore Joyeux geen wielrenner meer. De voortrekker van La Grande Boucle heeft derhalve nooit deelgenomen. De karavaan passeerde tijdens de etappes tussen Toulouse en Bordeaux wel telkens zijn geboorteplaats Tonneins. Op 28 december 1938 overleed hij in Parijs, 73 jaar oud.

Bij gelegenheid van 100 jaar Tour de France, in 2003, heeft het 10.000 inwoners tellende stadje Tonneins zijn beroemde zoon geëerd met een monument, een koperen plaquette op een sokkel met deze tekst van Henri Desgrange. 'C'est l'exploit de Theodore Joyeux qui m'a inspire la creation du Tour de France en 1903.' Castillones, waar hij het grootste deel van zijn leven woonde, eerde hem door een speelplein naar hem te vernoemen: Square Theodore Joyeux. Een klein eerbetoon aan de man die acht jaar eerder de sporen heeft getrokken van het wielerspektakel dat elke zomer vele miljoenen mensen in de wereld pleziert.

Voor Tour-editie 2016 van De Muur


Klik hier voor het nieuwsarchief