Nieuws


29-03-2007

Linkerbeen kan het niet meer aan

Sjeng Schalken had tien jaar een prachtige tenniscarrière. Hij won negen enkelspeltitels, maakte furore in de grandslams van Wimbledon en New York en was een vedette in het Nederlandse Daviscupteam. Graag had hij doorgetennist tot zijn 31e, 32e jaar. Donderdag kondigde de Limburger zijn afscheid van het toptennis aan, 29 jaar oud. Na drie jaar verblijf in het sukkelstraatje van blessures en ziekte stribbelde zijn lichaam nog steeds zó zwaar tegen dat het afscheid onafwendbaar was.
Schalken nam de persbijeenkomst in Den Bosch van het Ordina Open, het jaarlijkse grastennistoernooi in het Rosmalense Autotron, waarvoor hij ambassadeur is. Hij annonceerde zijn afscheid zonder traan, met een lach. ,,Ik ben happy als familyman met vrouw en dochter. Daarnaast word ik textielboer met de kledinglijn Sjeng Sports. Ook blijf ik ambassadeur voor het Ordina Open.''
Sjeng Schalken was als 18-jarige al proftennisser. Een speler die het van hard werken moest hebben. Hij was blij met zijn titels en prestaties. Vier jaar hield de man met de zwakke service maar verder gezegend een geweldig allround-spel het vol in de competitieve top-20 van de tenniswereld.
Bij de Daviscupwedstrijd Nederland – Canada in Maastricht openbaarden zich de eerste ongemakken. Zijn linkerbeen deed niet meer wat hij wenste. Pech had hij dat de artsen bij toernooien niet altijd de juiste diagnose stelden. ,,Ik kreeg te horen dat het een conditionele kwestie was. Daarom ging ik er nog harder tegenaan in de trainingen'', vertelde hij in Den Bosch.
Inplaats van beter ging het slechter met Schalken, die af en toe een opleving had. Daarna kwam de ziekte van Pfeiffer. Hij nam een half jaar rust, waardoor de ziekte verdween, maar de hervatting van de trainingen en zijn verwoede pogingen om op het hoge niveau terug te keren ging gepaard met veel doffe ellende. Zijn linkerbeen, belangrijk voor de backhand-slagen, viel steeds meer uit. Dit kwam door een kwaal in de rug.
,,Natuurlijk had ik eerder kunnen zeggen dat ik ermee ophield, maar ik wilde zo graag nog doorspelen tot mijn 32e. Anderen konden dat ook. Dus waarom zou ik het niet proberen. Sinds december ben ik bezig gebleven, heb ik alles gedaan wat nodig was. Maar het werd nooit beter. Toen ik de blessure ook begon te voelen in het normale leven, bij het trappenlopen, was het duidelijk. Geen roofbouw meer. Het is over. Einde aan het monnikenwerk. Ik vind het jammer dat niet ikzelf maar mijn lichaam de beslissing heeft genomen voor het einde van mijn loopbaan.''
Schalken zei geen wrok te koesteren. Spijt had hij alleen dat hij in het kleine team om hem heen geen arts had opgenomen. ,,Dan was mij wellicht veel tegenslag bespaard gebleven. Toch heb ik een mooie carrière gehad, negen titels gewonnen en in de grandslams geschitterd. Ik kijk toch met trots terug aan die mooie tijd.''

Geschreven voor ANP Sport


Klik hier voor het nieuwsarchief