Columns

14-04-2016


Cruijff de golfer

Fenomenale voetballer, topcoach, taalkunstenaar, visionair, weldoener, icoon, verlosser, familieman. Wat ontbreekt in bovenstaande adoratie van de 24 maart veel te jong gestorven Johan Cruijff zijn de kwalificaties: aardige jongen en liefhebbend golfer. De laatste hoedanigheden van veruit onze beroemdste landgenoot in de hele wereld zijn bij zijn In Memoriam op de radio- en tv-zenders alsmede in kranten en andere media niet of nauwelijks belicht.
Wij hebben gehuild om de dood van Johan Cruijff die van dezelfde jaargang als wij, en zijn nog steeds diep bedroefd. Naast de evenzeer aardige Pele van de Braziliaanse wonderteams was Cruijff ons idool. Omdat hij zo'n fenomenale voetballer, topcoach, taakunstenaar, enzovoort was? Ja, maar meer nog om dit: Pele gaf ons, piepjonge sportverslaggever amper droog achter de oren, een exclusief interview voor de provinciale krant waarvoor wij destijds werkten.
In diezelfde tijd waren wij als verslaggever getuige van een ziekenhuis-bezoek in Maastricht. Daar lag verzorger Wim Blind van de voetbalclub MVV terminaal ziek. De man die dertig jaar lang met waterzak en spons het veld in rende om groggy spelers op te lappen, had nog maar een wens in zijn leven: Johan Cruijff ontmoeten. Blind had de jonge Ajacied zien spelen en was diep onder de indruk. Die Johan Cruijff, tiener nog maar wel al international voor Oranje, kwam op verzoek van familie over van Amsterdam naar Maastricht om de laatste levensfase van MVV's verzorger voor eventjes op te vrolijken. De man was tot tranen geroerd.
Deze gebeurtenis, hoe klein ook in het licht van Cruijff's wereldberoemdheid nadien in alle jaren tot diens eigen dood, bleef ons bij bij alle alle hoogtepunten in de voetbalsport; de drie Europa Cups van Ajax, het WK 74, de glorie in Barcelona, de titel bij Feyenoord, de penalty in tweeën met Jesper Olsen...
Johan Cruijff was en bleef die aardige jongen. Je kon onaangekondigd naar Barcelona vertrekken, bij de (openbare) training gaan staan kijken, hij kreeg je direct in de gaten en riep dan: 'Ik zie je straks', en dan had je het interview. Persoonlijke ervaringen om te koesteren voor het leven.
Eenmaal gestopt in het topvoetbal – de naar hem genoemde Revolutie bij Ajax gemakshalve maar even vergeten – ging Johan Cruijff golf spelen. Niet fanatiek, wel voor zijn plezier. Hij kwam tot handicap 10, 11 met heel weinig trainen. Zijn credo: 'Golf is leuk. Golf is een fantastische sport. Ik speel het graag, maar trainen om een paar puntjes beter te worden? Op mijn leeftijd? Schei uit zeg! Dat doe ik niet meer. Ik kan het aardig en ik vind het zo mooi genoeg. Ik beheers niet alle slagen, want het gaat erom dat die bal doet wat je wil dat-ie doet. Doet-ie bal dat wel, dan vind ik het niet eens zo belangrijk dat-ie in het gaatje valt.'
Niemand heeft het golfspel zo beredeneerd. Daar moest je Johan Cruijff voor heten.

Voor Regio Golf Magazine, maart 2016

«« Terug naar column overzicht