Columns

04-02-2015


April is de Competitie-maand van het golfseizoen. Een vijfweeks gebeuren op het scherpst van houten en ijzers om kampioenschap met of zonder promotie en degradatie. Altijd strijd van de eerste tot de laatste hole, 36 holes op een dag op het hoogste niveau, 27 holes daaronder met name bij het legioen der senioren m/v. In welke divisie dan ook, geknokt wordt er overal, juist omdat in de Competitie Matchplay de spelvorm is.
Met een aantal slagen waarvoor je bij Mister Stableford een streep op de kaart moet noteren, kun je in de Competitie met Matchplay nog holes winnen met een 6, 7 of zelfs een 8. Heerlijk. (De talloze kniesoren die mopperen dat de Competitie zo veel beslag op hun banen legt, zouden eens Competitie moeten spelen. Dan piepen zij anders!)
Competitie-golf is een combinatie van strijd leveren en liefde bedrijven. Aaah, tegenstand(st)er ragt van de tee met zijn driver zijn bal in de shit. Jij plaatst daarna met een ijzer-5 de bal in positie op het midden van de fairway en je wacht hoe hij/zij uit de shit komt, want op zo'n moment heb je de hole al half gewonnen. Andersom gebeurt natuurlijk ook. Dat is het mooie van matchplay. Heen en weer, op en neer. Uiteindelijk gaat hem om het winnen van holes met de minste slagen. Al zijn dat er soms veel!
Aan het eind van de rit tijdens zo'n lange dag, wanneer het spel in gezelligheid wordt afgesloten met drank en spijs, blijkt dat de uitslag meestal toch is bepaald door de slagen op de greens. Anders gezegd: bij het putten.
Professoren en andere geleerden in het edele golfspel beweren door de eeuwen heen dat de meeste slagen met de putter worden gedaan. Een waarheid als een koe.
Putten. Als je aan golf begint, oefen je de volle swing. Tot in den treure. Maar putten? Ben je gek? Dat laatste zetje? Dat gaat toch zeker vanzelf... Mooi niet. Putten blijkt het moeilijkste onderdeel van de golfsport, helemaal als er een beetje spanning op komt te staan voor het winnen/verliezen van de hole. Pro's en andere intellectuelen hebben er boeken vol over geschreven. Wat is wijsheid?
Deze stukjes-tikker speelt ruim een kwart eeuw golf. Of iets dat voor golf moet doorgaan. Soms gaat het lekker. Mooie drives, goede approaches en elke ronde wel een paar kansen op een birdie en wat meer kansen op een par. Van de green aflopend is, hangt echter toch het vaakst het donderwolkje van toorn boven ons hoofd en wordt de vaststelling gemompeld: Ik kan niet putten! Want: toch geen birdie, wr geen par.
Wanneer je dan toch Competitie speelt, is n ding duidelijk: het komt altijd op putten aan. Als iemand dat weet, dan is het wel de aanvoerder van ons Competitie-team. Hem kwalificeren ze allemaal als: Dodelijk op en rond de green. Deze aanvoerder bekeek deze schrijvende sukkel-putter vr de eerste speeldag. Zijn analyse: Je hele lijf beweegt, lummel. Het enige dat je mag bewegen is de pendule van je armen en de putter! Weet je hoe je het probleem oplost? Nee? Het is simpel. Hou je kont stil! Concentreer je op je kont. Als je je kont stil houdt, gaat de rest vanzelf. Dan maak je een goeie putt.
Zo gezegd zo gedaan. Die dag warempel de overigens buitengewoon sympathieke tegenstander op zijn kont gegeven. De week daarna weer een potje verloren..... Oude fout er weer in geslopen....
Putten, het blijft moeilijk. Maar er zijn oplossingen. De strakke kont of een andere. Een vrouwelijk nieuw lid van onze golfpersvereniging adviseerde de beste tennisfotograaf van Nederland bij een putt van een meter of tien: Denk aan seks, jongen, dan gaat-ie erin! En? Ja hoor. Hij ging erin! Zo kan het dus ook!
Voor Regio Golf April 2014

«« Terug naar column overzicht