Columns

12-05-2013


Golf is de snelst krimpende sport van Nederland. Dat is wel anders geweest. Als snelst groeiende sport werd golf de derde sport van ons land. Handicappers en GVB'ers vormden samen een leger van zo'n 360.000 beoefenaren. En dat aantal staat nog steeds; clubleden en vrije golfers. Maar het zijn lang niet (meer) allemaal beoefenaren van golf. De krimp is ingetreden met de economische recessie.

Wij Nederlanders bezuinigen er tegenwoordig op los. Uit eten doen wij niet meer of bij hoge uitzondering. De huizenmarkt ligt op zijn gat. Met de auto doen we langer dan voorheen en, wanneer de heilige koe toch wordt ingeruild, dan voor een kleiner, zuiniger en goedkoper model.

Golf heeft eveneens zwaar te lijden onder de crisis. Bij de ruim 250 verenigingen hebben tientallen leden opgezegd. Bij elkaar zijn dat er duizenden. Die duizenden oud-clubleden zijn nu vrije golfer met een keus om te spelen waar zij maar willen. Doen zij dat ook? Neen. In het beste geval hooguit een paar keer per jaar. Zij doen dat z weinig, dat de 'vrije golfer' eigenlijk 'niet-golfer' moet worden genoemd. Hij/zij is in bezit van een kaartje, is dus wel geregistreerd als golfer, maar doet er geen bal aan. De vrije golfer speelt net zo veel, weinig dus, als de mensen die met pijn en moeite slaagden voor het golfvaardigheidsbewijs en na het examen even niets met golf te maken wilden hebben. En er daarna ook nauwelijks meer aan begonnen, of in het geheel niet.

De opzeggers bij de verenigingen zijn op wat uitzonderingen na verloren voor golf. Zij gaan echt niet minimaal een keer per week een euro of 40, 50 greenfee neertellen naast het benzine-, koffie- en broodjesgeld dat er nog bij komt op de verschillende publieke banen.
Het is jammer voor de golfclubs dat zij door de weglopers en de zeer geringe toestroom van nieuwelingen in financile moeilijkheden komen. Steeds vaker klinkt dan ook de sombere voorspelling: heel wat golfbanen zullen failliet gaan!

Wanneer dat inderdaad gebeurt is dat sneu en zeer betreurenswaardig. De golfvereniging, waar dan ook, heeft namelijk zo veel te bieden. Tegenwoordig ook voor weinig geld, want de entreeheffingen en de participatiecertificaten zijn praktisch overal afgeschaft. Een vereniging heeft een golfbaan, organiseert wedstrijden en gezellige avonden, reikt schone handdoeken aan in schone kleedkamers met gratis douche, bezit lockers voor de golfsets, biedt onbeperkte oefenfaciliteiten, heeft professionals rondlopen, et cetera, et cetera en bekommert zich om de leden die zorgenvrij kunnen spelen zoveel en zo vaak als zij willen. De vrees dat de golfbaan na wat rondjes zal vervelen is ongegrond. Zowat iedereen speelt de eigen baan elke keer weer anders, nog afgezien van de vier jaargetijden waardoor fairways, rough en greens anders worden bespeeld.

Niets kan op tegen golf bij een club. Daar maakt men vrienden, daar ontstaan vriendschappen, kan er voor de club worden gespeeld in de NGF-competitie, daar ontstaan clubs binnen de club. 'Leuke Vrouwen Club', om wat te noemen of 'Thursday Knights'. Gezelschappen die op gezette tijden eigen competities en evenementen opzetten.
Wie van golf houdt en golf wil spelen moet bij een golfclub zijn. Drempels van weleer zijn verdwenen, mede door de crisis. Wie niet in een vereniging golf speelt, doet zichzelf enorm tekort. Geen bezuiniging kan daar tegenop. Stop met de krimp. Swing!

Column voor Regio Golf Mei 2013

«« Terug naar column overzicht