Columns

18-03-2011


Lente. Er zit weer groei in het gras. Takken krijgen blad en bloem. Onze golfbanen worden weer goed bespeelbaar. De zon geeft onze bleekgezichten kleur. Nu het Nederlands elftal Barcelonees 'tikkie-takkie' kan voetballen en ondanks hoogmoed zeker zal meedoen aan de eindronde van het EK van volgende zomer, is het tijd voor The Masters.

Deze Major is niet het allerbelangrijkste golftoernooi ter wereld, dat is The Open Championship in Groot-Brittanni natuurlijk, maar wel de mooiste. Dat komt door diverse factoren. The Masters is de eerste Major van het seizoen, er wordt elk jaar gespeeld in de eerste week van april (nu 7-10) op de oogstrelende course van Augusta National in de staat Georgia en de hoofdprijs is niet een vaas van zilver of glas, maar een kledingstuk: The Green Jacket. In dit groene jasje treden winnaars, zelfs zonder dasje, in de legende.

Vraag de beste golfers maar en zij zullen het liefst van alles zo'n colbert willen winnen. Eenvoudig gaat dat niet. Wie er de kwaliteiten voor bezit, heeft meer kans op The Open, het US Open of het US PGA. Je moet er eerst maar eens zien binnen te komen. The Masters is namelijk nog steeds een invitatietoernooi voor nog geen 100 man. Een 50- of 60-tal meer, zoals overal elders, blijft buiten. Preses Billy Payne en zijn bestuur hanteren hun eigen voorwaarden. De top-50 van de wereldranglijst wordt wel automatisch uitgenodigd, maar wie daar niet toe behoort heeft bijna geen kans meer. Die moet oud-winnaar zijn, een groot amateur-toernooi hebben gewonnen of vorig jaar bij de eerste 16 zijn geindigd in de vorige editie van The Masters. Selectiewedstrijden zijn er niet. De deelname beperkt zich tot de ongeveer 100. Dat is niet meer van deze tijd. Voor een kans door te dringen tot het hoofdtoernooi van de drie andere Majors spelen zo'n 10.000 golfers allerlei kwalificaties.

Onze toppers zullen ook dit jaar geen acte de prsence geven op de fairways voorbij Magnolia Lane. Geen tikkie-takkie golf door Joost, Robert-Jan, Maarten of anderen. Gerry de Wit, kort na de oorlog, blijft in 77 jarige historie de enige Nederlandse professional in het deelnemersveld. Later deden Rolf Muntz en Reinier Saxton als amateur een keer mee nadat ze het Britse Amateur hadden gewonnen. De deelname van amateurs stamt uit de tijd van Bobby Jones die in de dertiger jaren The Masters stichtte. De geweldenaar Jones bleef zelf altijd amateur. Kansen op de eindzege maken de amateurs nauwelijks. Zij spelen voor een beker, maar dan moeten ze wel de cut halen.

Naast de top-50 van de wereld kent het deelnemersveld van The Masters meer zwakke broeders. Met alle respect voor hun prestaties in het verleden hebben de oud-winnaars Sandy Lyle, Ian Woosnam en Larry Mize daar sportief niets meer te zoeken. Zij zouden, net als hun collega's als Bernard Langer, de eer aan zichzelf moeten houden. Dan dwingen zij daarmee Billy Payne cum suis de toelatingseisen te herzien en krijgen betere golfers de kans het groene jasje te veroveren en in de legende te treden. Een beetje moderniseren mag wel. Er blijven genoeg tradities over. Met meer en betere spelers neemt de spanning toe en valt er nog meer te genieten.

In een column voor Regio Golf

«« Terug naar column overzicht