Columns

08-12-2008


Op een bloedhete dag in april 2005 te Marbella wint Inder van Weerelt met een slotronde in 64 slagen de ABN Amro Zuid-Spanje Trophy. Het betreft de zonnige aftrap van het golfseizoen van de PGA Holland. De ambitieuze professional wisselt eagles af met birdies en laat zijn beste concurrent vijf slagen achter zich. Inder van Weerelt tilt de glazen trofee boven zijn hoofd, incasseert de bijpassende vijfduizend eurootjes en laat het Nederlandse golfwereldje wanen dat een kampioen is opgestaan. Zelf gelooft hij daar nog geen snars van, want hij zegt: Dit is mooi, maar ik ben nog nergens. De top bereiken gaat met vallen en opstaan.

Aan die zonnige Costa del Sol weet Inder van Weerelt blijkbaar wat hem te wachten staan. Veel vallen vr hij eindelijk zal opstaan. Hij heeft dan al wat ervaring opgedaan als professional n als kopman van het (dan nog) eenmans-Golfteam Holland. Hij slaat zijn bal in de tweede divisie, de Britse EuroPro Tour. Hij verslaat in Schotland de voormalige PGA Champion Andrew Oldcorn en wint het Cardrona Open. Een hoofdprijs die wordt gevolgd door veel nieten. Slag na slag op zijn incasseringsvermogen. De nieten maken hem hard.

Een gigantische kwaliteit van Inder van Weerelt tijdens zijn slakkengang naar de Europese Tour is dat hij nooit het geloof in zijn kunnen verliest. Hij kan geweldig spelen, ook goed scoren om vervolgens in de derde ronde vaak zoveel te verliezen dat de winsten marginaal zijn. Hij versaagt echter nimmer. Ook niet wanneer jongere gasten als Joost Luiten, Taco Remkes en Wil Besseling hem als een TGV voorbij razen. Luiten maakt in n jaar de sprong naar de Europese Tour, Remkes en Besseling in twee jaar. Wat zij kunnen, dat kan ik ook, vertelt Van Weerelt onderweg desgevraagd. Hij heeft alleen wat meer tijd nodig.

Gelijk krijgt hij wel degelijk, want na veel vallen is hij toch maar opgestaan. Door de 20ste plaats in de finale Qualifying School is hij in 2009 het zesde Nederlandse lid van de Europese Tour. Zes jaar sappelen, dik 150 toernooien blijven geloven dat het hoge doel bereikbaar is. Inder van Weerelt verdient een berg chapeaus voor zijn volharding. Blijft wel een vilein vraagje over; zou hij in de Qualifying School ook zo succesvol zijn geweest als zijn contract bij Golfteam Holland niet na dit seizoen was afgelopen?

Het gaat nu pas beginnen, zegt hij bij terugkeer in Nederland. Daar heeft hij gelijk in. De Europese Tour is andere koek dan de Challenge Tour. Ik ga op dezelfde voet verder, voegt hij toe. Of dt goed genoeg is om zich te kunnen handhaven? Hij moet absoluut een tandje bijzetten, anders wordt het toch moeilijk. Het seizoen 2008 was zijn beste van de zes als professional golfer. In 26 toernooien van de Challenge Tour 10 keer bij de beste 20, waarbij twee keer de top-10 (4de en 5de). Op de jaarlijst zijn 33 spelers beter geweest. Tel maar uit gemeten naar de kwaliteit van de Europese Tour, waar nieuwkomers moeilijk de grootste wedstrijden (met het meeste prijzengeld) binnen komen. Dat betekent dus eigenlijk: twee tandjes bij.

Nederland heeft in het seizoen 2009 zes spelers op de Europese Tour. Een verdubbeling! Hoera. Ha-O-El-El-A-En-Dee, Holland spreekt een woordje mee!
Zat redenen tot juichen, maar het is wel nog maar een woordje. Verkleinwoord dus. Inder van Weerelt is bij de 32 laureaten van de Qualifying School de enige Nederlander. Rolf Muntz (wel kaart voor Challenge Tour) en Robin Swane halen het niet. De 32 spelerskaarten zijn naar 16 nationaliteiten gegaan. Zweden wint er 4, Engeland 4, Schotland 4 en Spanje 3. Dat zijn grote golflanden in Europa die al tientallen spelers op de Europese Tour hebben. Nederland begint eigenlijk net pas.

Geschreven voor Golfprofessionals in Nederland

«« Terug naar column overzicht