Columns

15-09-2022


Maestro-columnist Rob Hoogland constateerde enige tijd geleden in een van zijn spitse publicaties her en der dat sinds de tijdelijke uitstap (burn out) van Joost Luiten andere Nederlandse golfers veell beter gingen presteren. Wil Besseling uitstekend in major US Open, Lars van Meijel super in major The Open, Darius van Driel ergens op de DP World Tour 4de, Daan Huizing 3de, et cetera. Waren zij ineens bevrijd? Leden zij onder het Juk Joost? Luiten was tien en misschien wel meer jaren Nederlands allerbeste golfer. Het Nederlandse topgolf, hoewel op wereldniveau weinig betekenend, leefde op. Zo stelde Hoogland vast.
Goede zaak. Hoe meer mooie prestaties hoe beter. Maar drukte Joost de anderen opzij in zijn zucht naar de top? Werden zij tegengehouden? Onderdrukt? Wie dat beweert moet eens goed naar zichzelf kijken, want dat is een ridicule stelling. Onzin dus. Topgolfer worden, waartoe nogal wat goede +hcp'ers zich voelen geroepen, is weinigen gegeven. Sla het boek Bunker Blues – Vallen en Opstaan van Nederlandse Golfhelden er maar op na.
Topgolfer worden – en Joost Luiten kwam tot 28ste op de wereldrangslijst – is een individuele strijd waarbij het individu veel meer dan anderen zelf de grootste tegenstander is. Joost Luiten zei ooit: 'Ik wil de beste golfer van de wereld worden.' Tiger Woods was toen aan de (onaantastbare) macht. Onze beste golfer sneuvelde na een goed decennium in duel met zichzelf. Hij werd in die strijd zo slecht dat hij op het punt stond in razernij zichzelf te ernstig te verwonden. Hij biechtte het onlangs op in een interview met Gerard Louter voor Golf.NL.
Gelukkig nam hij een lange time-out na zijn +11 na 4 holes in de eerste ronde te Hamburg. In een kleine drie maanden zonder golf kwam hij tot bezinning. Wat wil ik? Wat is golf? En hij kwam tot een mooie conclusie. Hij wil spelen, hij wil presteren en hij wil vooral plezier hebben in het spelletje. 'Vijftien jaar als professional golfer, heb ik nooit meer met vrienden een rondje gespeeld. Of met mijn vader gewoon plezier hebben met golf.'
Joost Luiten is tot het beste inzicht gekomen. We gaan nog veel van hem horen, daar ben ik van overtuigd. Hij zal zich optrekken aan Wil, Lars, Daan en Darius. Hem kennende zal hij zich aan zijn woord houden. Op de eerste tee van 'gewoon' een potje golf – zoals wij allemaal altijd doen als we gaan afslaan – roepen: “Veel plezier!”
Veel plezier, jij ook Joost.
Enneh, wij houden ons aanbevolen voor een potje.

Nationaal Golf Magazine, augustus 2022

«« Terug naar column overzicht