Columns

01-06-2021


Sorry, vergeten wie het was die tijdens de lange uren tv van het PGA Championship op Ziggo Golf vertelde dat Phil Mickelson in zijn golfleven nogal eens kampte met verlies van concentratie. Daan Slooter of Jan-Kees van der Velden?
Het was mijns inziens een miniem stukje commentaar bij de performance van de in juni '70 geboren Amerikaan die zijn zesde major ging winnen op een leeftijd waarmee je in topsport al lang afgeschreven zou moeten zijn.
Vijftig jaar en 11 maanden oud geworden won Phil Mickelson het PGA Championship. Twee jaar ouder dan Julius Boros in 1968, toen golf nog niet zo super-competitief was als nu. Bravo Phil. Dik verdiend. Met de zesde major (na 3x Masters, 1x The Open en 2 x PGA) behoort hij tot de twaalf golfers aller tijden die 6 majors wonnen.
Wat maakte Phil Mickelsons triomf nog meer zo bijzonder? Het antwoord is eenvoudig! Water. Veel water. Wij zagen hem, tijdens de uren dat wij keken, behalve mooie drives slaan, approaches doen en putts holen, voortdurend lurken aan een flesje water. Dát was zijn geheim. Water. Elke hole een paar slokjes, er vanuit gaande dat hij voor elke van zijn ronden eveneens een behoorlijke bidon water tot zich had genomen.
Wat is dit voor een aquatische onzin? Wat is dit voor een waterige stelling? Niks onzin, niks troebel water. Het klopt als een zwerende vinger. Water drinken helpt enorm voor een goede golfprestatie. Deze scribent, die zichzelf bij voorkeur een stakker van een golfer noemt, heeft het aan den lijve ondervonden.
Collega-journalist Sonja van der Rhoer, die bovendien als voedingsdeskundige talloze boeken schreef, adviseerde mij – tegelijk met duizenden (nieuwe) golfers – veel water te drinken. Veel water innemen voor de ronde, en daarna nog elke hole een paar slokjes, om de concentratie vast te houden.
Wij, bogey-speler sinds 1987 (toen wij besloten als 40-jarige voetbal in te ruilen voor golf, overigens geen spijt van) hebben Sonja's advies uitgeprobeerd op onze eigen vertrouwde golfbaan, waar wij elke grasspriet menen te kennen. Eerst een partij gespeeld als een kameel zonder iets te drinken. Waardeloze ronde! Een dag later een rondje met veel water in het lijf. Water waar kleur, noch reuk, noch smaak aan zit. Voor de afslag met de nodige moeite zowat een liter ingenomen en vervolgens elke hole een slok. Een beste ronde. Tot het eind! Net als Phil!

«« Terug naar column overzicht